Hans ontfermt zich dagelijks over de ‘en méér’ van Feel Flex.
“Bij Feel Flex staan de flexwerkers en opdrachtgevers voorop. Er wordt hard gewerkt om alles in de juiste banen te leiden. Hans Arts bekommert zich met zijn team om de huisvesting van de flexwerkers.”
Hallo Hans, kun je je even voorstellen?
‘Ik ben Hans Arts, 58 jaar. Ik ben gelukkig getrouwd, heb kinderen en ben facilitair manager bij de organisatie, met een heel mooi team aan medewerkers. Samen faciliteren wij de huisvesting van onze buitenlandse medewerkers.’
Wat houdt jullie werk in?
‘We regelen alles rondom de huisvesting en dat mensen prettig kunnen wonen. Daar hoort flink wat inboedel bij. Wij kopen dat allemaal in, van het mes en vork tot het witgoed, de eettafel, televisie… Alles gebeurt volgens de SNF-norm. Dat is een landelijk keurmerk rondom inspecties en keuringen, dat jaarlijks wordt geüpdate. Dat houdt bijvoorbeeld in dat er in de woningen voldoende brandblussers of rookmelders hangen, dat er vluchtroutes zijn. Alle kamers moeten aan bepaalde afmetingen voldoen, net als de bedden.’
Regelen jullie alleen huisvesting, of ook andere zaken?
‘Onze medewerkers komen vanuit bijna heel Europa in Nederland werken, laten familie en vrienden achter en hebben weinig eigen bezittingen bij zich. Onze afdeling regelt de huisvesting voor de medewerkers met zo nodig een fiets en/of beddengoed. Verder zorgen we natuurlijk voor de complete inboedel van de woning met natuurlijk tv, internet en wifi.’
Waar vinden we deze huizen?
‘De woningen proberen we overal te zoeken in de buurt van locaties van opdrachtgevers. We hebben huizen in Noord- en Zuid-Holland, Utrecht, Zeeland en Brabant. Maar bijvoorbeeld ook in Overpelt, net over de grens in België. In totaal beheer ik voor Feel Flex zo’n 30-40 woningen, afhankelijk van de beschikbaarheid.’
Dat klinkt als een tamelijke pittige job.
‘Ja, dat mag je wel zeggen. Ik doe het gelukkig niet alleen – dat is onmogelijk – maar met 4 fulltimers en 3 parttimers. Twee van de vaste krachten wonen als beheerder op de grotere locaties.’
Jij zorgt dus direct voor het ‘en méér’ van Feel Flex.
‘Ja, wij hebben dan ook niks te maken met andere zaken. Voor ons is er altijd wel iets te doen aan de panden, van een kapotte ruit door storm of een cv-ketel die het niet meer doet. Wij hebben een lijst van huizen die we regelmatig checken, waaronder op de SNF-norm. We rijden door heel het land heen.’
Ben je continu aan het troubleshooten?
‘Absoluut. Daarnaast zorgen we ervoor dat er huizen bijkomen. Een opdrachtgever kan huizen opzeggen, of huizen worden verkocht. Het is dan aan ons om weer een alternatief te zoeken. Het is een continu proces van contact met makelaars, verhuurders, projectontwikkelaars of particulieren die meerdere huizen bezitten. We hebben dagelijks te maken met krapte op de woningmarkt. Als wij alle aanvragen willen inwilligen, dan hebben we 100 extra bedden nodig. Dat is mijn goal, om dat binnen nu en de zomer te bereiken.’
Je wordt omschreven als een prettige persoonlijkheid. Komt dat van pas in jouw werkzaamheden?
‘Ik heb met veel mensen te maken, en dat gaat vrijwel altijd goed. Toch moet je soms even op je strepen staan. Ik kom op de locaties behoorlijk veel tegen, daar kan ik een boek over schrijven. We zijn altijd bereikbaar voor calamiteiten, er is altijd wel een collega paraat om iets op te vangen. Dan zijn ze blij dat we er zijn. Zoals laatst tijdens de storm, toen er ergens een deur kapot was gewaaid. Dat was natuurlijk niet fijn met die wind en regen. Een collega heeft dat met een stel planken dicht getimmerd. We zijn er ook als ergens de kachel het niet doet. Soms is dat buiten kantooruren, maar alleen als het echt nodig is. Je kunt niet iemand in de kou laten staan, letterlijk en figuurlijk. Kwalitatief woongenot staat bij ons altijd bovenaan.’
Je collega Sylwia vraagt het volgende: Hoe zie je de komende jaren jouw afdeling ontwikkelen?
‘Ik hoop met kwalitatief goede mensen te kunnen blijven werken op onze afdeling, en met voldoende mensen om die werkflow aan te kunnen. Voor de toekomst verwacht ik dat wij naar minder en grotere locaties gaan, met meer vaste beheerders op locaties dan met een vliegende keep.’
Aan wie draag jij het stokje voor deze interviewreeks over, en welke vraag wil je diegene stellen?
‘Ik wil het stokje overdragen aan onze nieuwe collega Conny Hoeks in Bergeijk. Ik wens haar heel veel werkplezier en ben benieuwd hoe zij de ontwikkeling van haar kantoor ziet de komende jaren.’